Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een [30]kleinen [tijd], en gij zult Mij niet zien; en wederom een [31]kleinen [tijd], en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader. 30. Namelijk zal daar zijn, als Ik in het graf zal liggen. 31. Namelijk van veertig dagen, nadat Ik wederom zal opgestaan zijn, eer Ik ten hemel zal opvaren.